Vetoplosbare vitamines en wateroplosbare vitamines
Vitamines zijn essentieel in het leven. Zonder vitamines kunnen fundamentele processen, zoals de toevoer van energie in de cellen of de celdeling, niet functioneren. Vitamines werden iets meer dan honderd jaar geleden ontdekt en werden al snel ingedeeld in wateroplosbare vitamines en vetoplosbare vitamines. Tot de wateroplosbare vitamines behoren alle vitamines uit de serie B evenals vitamine C. De vetoplosbare vitamines omvatten de vitamines A, D, E en K. Vitamine D, dat als vierde werd ontdekt, kreeg haar naam volgens de alfabetische volgorde.
In tegenstelling tot wateroplosbare vitamines kunnen vetoplosbare vitamines langer in de vetweefsels worden opgehoopt. Deze ophoping heeft zowel een voordeel als een nadeel: de gevormde reserves maken het weliswaar mogelijk om perioden van tekorten te overbruggen, maar daar staat tegenover dat een overmatige opname ongewenste neveneffecten kan hebben. Om deze neveneffecten te voorkomen, wordt daarom aangewezen om de inname van vetoplosbare vitamines te controleren.
Aanwezigheid van vitamine D in de natuur
Het grootste deel van de vitamine D wordt door ons lichaam via synthese geproduceerd. De inname via onze voeding speelt echter ook een belangrijke rol. Vitamine D hoopt zich zowel bij dieren als bij mensen vooral in de vetweefsels op. De consumptie van producten van dierlijke oorsprong vormt dus een natuurlijke bron van vitamine D-inname. Alleen enkele soorten vette vissen, zoals zalm of forel, bevatten voldoende hoeveelheden vitamine D om aan de behoeftes te voldoen, op voorwaarde dat ze elke dag geconsumeerd worden.
Champignons zijn het enige voedingsmiddel van niet-dierlijke oorsprong dat ook vitamine D bevat, maar in minder grote hoeveelheden dan vette vis. Melk en eieren bevatten eveneens vitamine D, maar ongeveer 10 keer minder dan vette vis. Vaak wordt dus de vraag gesteld of een supplement aan vitamine D noodzakelijk is.
Autosynthese van vitamine D in het menselijk lichaam
Gezien het belang van vitamine D voor het lichaam, zijn er bij zoogdieren door de eeuwen heen alternatieve mechanismen ontwikkeld om aan vitamine D te komen. Cholesterol, dat door de lever wordt aangemaakt en dat ook via de voeding wordt opgenomen, dient als basis voor de synthese van vitamine D.
Voor dit transformatieproces is echter een essentiële, aanvullende factor voor de synthese van actieve vitamine D3 noodzakelijk: de zon! Provitamine D3, dat wordt gevormd door cholesterol, moet in de huid door de uv-stralen in provitamine D3 worden omgezet. Deze provitamine D3, ook wel cholecalciferol [25(OH)D] genoemd, komt overeen met de vitamine D die we via de voeding (zalm, forel, eieren, melk, champignons) innemen. Voor de synthese van vitamine D3 is de opname via de voeding niet voldoende: de autosynthese in het lichaam door middel van voldoende blootstelling aan de zon speelt eveneens een rol.
Voor het menselijk lichaam is blootstelling aan de zon essentieel, omdat deze een bron van vitamine D is. Door armen en benen tijdens de zomermaanden tussen 11 en 14 uur gedurende ongeveer een half uur bloot te stellen aan de zon, kan dit 3000 - 4000 IE (overeenkomend met 75-100 µg) vitamine D aan het lichaam opleveren. In onze regio's is de blootstelling aan de zon, vooral in de winter, onvoldoende. En zelfs in de zomer is blootstelling aan de zon niet altijd mogelijk, of wenselijk. Door het gebruik van zonnebrandcrèmes met een hoge beschermingsfactor (hoger dan 20), wordt de synthese van vitamine D in de huid met meer dan 90% verminderd, waardoor de behoefte van vitamine D via de voeding toeneemt. Een donkere huid is van nature minder goed in staat om vitamine D3 te vormen. Mensen met een donkere huid die in onze regio’s wonen, moeten met dit criterium rekening houden als het gaat om de dagelijkse inname van vitamine D.
Vitamine D
Synthese van vitamine D
Provitamine D3, ook bekend onder de naam cholecalciferol, ontwikkelt zich ofwel in de huid onder invloed van de zon, ofwel door opname via de voeding. Vooraleer het actief wordt om de effecten van de vitamine D te produceren, moet cholecalciferol in twee stappen worden getransformeerd: eerst in de lever in calcidiol en vervolgens in de nieren in calcitriol.
Vitamine D: in welke vorm?
Vitamine D wordt meestal toegediend in de vorm van capsules, tabletten of als een orale alcoholische of vette oplossing, als voedingssupplement of als geneesmiddel.
Het doel van voedingssupplementen is om te voorzien in voldoende inname in geval van een verhoogde behoefte, bijvoorbeeld in de winter wanneer er sprake is van verminderde endogene synthese. Geneesmiddelen zijn echter bedoeld om ziektes of tekorten te behandelen die medische opvolging vereisen.
Absorptie van vitamine D
De tabletten, capsules en ampullen met vitamine D worden hoofdzakelijk in het spijsverteringsstelsel opgenomen. Vitamine D, vooral vetoplosbaar, wordt makkelijk geabsorbeerd door de slijmvliezen. De orodispergeerbare vormen (die in de mond smelten) bieden voordelen, vooral voor mensen met slikproblemen.