Hoe kan een tekort aan vitamine D worden herkend?
Vitamine D wordt altijd geassocieerd met de botgezondheid, want ze bevordert in het bijzonder de opname van calcium en de mineralisatie van de botten. Daarom worden pathologische aandoeningen met onvoldoende botvorming erkend als onthullende symptomen van een gebrek aan vitamine D. Met de nieuwe richtlijnen en de verhoging van de streefwaarden van vitamine D tot meer dan 30 ng/ml, wordt er minder belang gehecht aan deze symptomen op de motoriek, want met bloedwaarden die hoger zijn dan de streefwaarden, worden er in het algemeen vrijwel geen problemen met het bewegingsapparaat meer genoteerd.
Alleen het meten van het vitamine D-gehalte in het bloed geeft vandaag betrouwbare informatie over de reserves aan vitamine D. Andere symptomen, zoals vatbaarheid voor infecties of vermoeidheid, geven geen enkele aanwijzing voor een tekort aan vitamine D. Een tekort aan vitamine D moet door een arts met geneesmiddelen worden behandeld.
Wie zijn de risicogroepen met onvoldoende vitamine D-inname?
-
Onvoldoende vitamine D-inname komt vaker voor bij oudere mensen
Zij worden met name getroffen omdat de autosynthese van vitamine D in de huid vermindert door huidatrofie en ook omdat er is aangetoond dat zij zich minder vaak aan de zon blootstellen. Normale voeding kan de verhoogde behoefte aan vitamine D dus niet compenseren.
-
Zwangere vrouwen moeten hun vitamine D-gehalte in de gaten houden
Zwangere vrouwen moeten voldoende vitamine D innemen, want tijdens de zwangerschap stijgt de behoefte aan vitamine D en speelt vitamine D een belangrijke rol bij de celdeling.
-
Pasgeborenen moeten zo nodig vitamine D toegediend krijgen
Pasgeborenen en zuigelingen kunnen een ernstig tekort aan vitamine D ontwikkelen, vooral als de moeder tijdens de zwangerschap een tekort aan vitamine D had. De moedermelk bevat slechts een geringe hoeveelheid vitamine D en zorgt voor onvoldoende vitamine D-inname voor de baby. Bij kinderen en adolescenten manifesteert een ernstig tekort aan vitamine D zich via het ziektebeeld van rachitis. De symptomen van deze ziekte zijn, naast groeistoornissen van het bot, gebreken in het tandglazuur, zenuwachtigheid, spierzwakte, krampen, overmatige transpiratie, constipatie en een verhoogde vatbaarheid voor infecties.
-
Personen met overgewicht hebben een verhoogde behoefte aan vitamine D
Personen met overgewicht met een body mass index (BMI) hoger dan 30 kg/m2 vormen eveneens een risicogroep voor vitamine D-tekort, hoewel zij een verhoogde inname van calorieën hebben. Het overgewicht leidt er namelijk toe dat in vetoplosbare vitamine D in de cellen van het vetweefsel wordt opgeslagen, zodat er te weinig vitamine D voor de andere cellen beschikbaar is. Personen met overgewicht moeten er dus op letten dat ze voldoende vitamine D innemen.
-
Aandoeningen van het spijsverteringsstelsel remmen de opname van vitamine D
Vitamine D wordt voornamelijk opgenomen in het spijsverteringsstelsel. Personen met gastro-intestinale stoornissen kunnen eveneens een tekort aan vitamine D hebben. Patiënten die een maagbypass hebben ondergaan of die lijden aan een malabsorptiesyndroom (diverse voedselallergieën, inflammatoire darmziekten zoals de ziekte van Crohn) moeten erop letten dat ze voldoende vitamine D innemen. Bij deze patiënten moet voor de dosering bovendien rekening worden gehouden met de beperkte opnamecapaciteit van de darmen. Zij moeten worden beoordeeld door een arts en met geneesmiddelen worden behandeld.